Experts pleiten voor het gebruik van tags op chips en een wereldwijd register van hun locaties als middel om de risico’s van AI-spionage door vijandige landen te verminderen. Dit voorstel is afkomstig uit een nieuw rapport over AI-veiligheid, waarin wordt opgeroepen tot strengere regulering van hardware.
Het rapport, geleid door drie instituten van de Universiteit van Cambridge in samenwerking met OpenAI en de GovAI-onderzoeksgemeenschap, benadrukt dat de gevaren van rekenkracht door overheden over het hoofd worden gezien, met potentieel rampzalige gevolgen. Hoewel overheden zich voornamelijk hebben gericht op softwarebeveiliging, pleit het Cambridge-team voor een verandering van prioriteiten naar hardwarebeveiliging.
Haydn Belfield, een co-hoofdauteur van het rapport, benadrukt dat hardware detecteerbaar, uitsluitbaar en kwantificeerbaar is, wat het geschikt maakt voor regulering. Het rapport stelt voor om unieke identificaties aan elke chip toe te voegen en een internationaal register op te zetten om de stroom van chips te volgen.
Het rapport suggereert tevens dat radicale veiligheidsmaatregelen moeilijker steun kunnen krijgen van bedrijven dan van overheden, vooral gezien de recente groei in de chipmarkt en huidige handelsembargo’s mbt grondstoffen voor en van chipfabricage.
Lees ook
Overheid trapt op de rem bij ASML
EU en USA investeren in chipproductie