NASA’s Voyager 1-sonde, die al sinds 1977 door de ruimte reist, heeft recent zijn communicatie hersteld door een back-upzender te activeren die al 43 jaar niet meer in gebruik was.

Nadat een opdracht van NASA’s Deep Space Network (DSN) op 16 oktober de sonde instrueerde om een verwarmingselement aan te zetten, bleek de communicatie plotseling verbroken. De sonde ging daarop in een beschermende modus, bedoeld om energie te besparen. Het team ontdekte dat Voyager 1 zijn primaire X-band radiozender had uitgeschakeld en was overgeschakeld naar een oudere S-band zender die minder energie verbruikt, hoewel deze een zwakker signaal geeft.

Het beschermingssysteem van de sonde kan ingrijpen bij problemen, zoals overmatig energieverbruik, door niet-essentiële systemen tijdelijk uit te schakelen. Deze keer schakelde het systeem zelfs over naar een radiofrequentie die sinds 1981 niet meer was gebruikt. Gezien de enorme afstand van ruim 24 miljard kilometer tussen de sonde en de aarde, wist het team niet zeker of een signaal via deze verouderde frequentie nog te ontvangen zou zijn. Uiteindelijk kwam er op 24 oktober een zwak signaal terug.

Nu wordt onderzocht waarom het beschermingssysteem werd geactiveerd, omdat de sonde volgens berekeningen voldoende energie zou moeten hebben voor zijn huidige functies. Voyager 1, die in 2012 de interstellaire ruimte betrad, kampt door zijn ouderdom met steeds meer technische problemen. Toch blijft de sonde, ondanks deze uitdagingen, waardevolle gegevens versturen over de ruimte buiten ons zonnestelsel.