Net als de producten van Apple, de auto’s van Tesla, de McFlurry ijsmachines en het tractorpark van John Deere, is de Amerikaanse F-35 Joint Strike Fighter duur en moeilijk te repareren zonder tussenkomst van de fabrikant.
Volgens een nieuw rapport van het Government Accountability Office (GAO), de Amerikaanse instantie die de nationale belastinguitgaven in de gaten houdt, zijn F-35’s slechts de helft van de tijd beschikbaar voor missies. Een heleboel van deze dure jets staan werkeloos in een hangar omdat reparatieonderdelen op zich laten wachten.
Op dit moment is de zorg en het onderhoud van F-35’s uitbesteed aan derden. Als er iets kapot gaat aan een F-35, wordt het meestal gerepareerd door een aannemer van Defensie en niet door eigen, getrainde militaire ingenieurs. Dit is een deel van de reden waarom de jet zo duur is. De totale kosten voor het F-35 programma geschat op meer dan U$1.7 biljoen, waarvan het grootste deel van de kosten, ongeveer U$1.3 biljoen wordt uitgegeven aan onderhoud.
Volgens de GAO loopt het Pentagon 12 jaar achter op schema om zijn reparatiewerkplaatsen operationeel te krijgen. Het leger zelf moet 68 afzonderlijke onderdelen zelf kunnen repareren. De lijst bevat zaken als schietstoelen, landingsgestel en het vermogens-thermische beheersysteem. Op dit moment kan het slechts 44 van deze componenten repareren. Al het andere moet via externe specialisten gaan, wat door de trage en een groeiende achterstand van componenten een bijzonder lage paraatheid van het vliegtuig tot gevolg heeft.
