Het jaarlijkse SIRIUS rapport van Europol [en] onthult een aanzienlijke toename van data-verzoeken door Europese opsporingsdiensten aan technologieproviders zoals Google en Meta in 2022.
Met 212.000 aanvragen voor informatie over personen (een stijging van veertien procent ten opzichte van 2021) weerspiegelt dit de groeiende vraag naar connectielogs en IP-adressen. Opvallend is dat deze diensten steeds minder afhankelijk lijken te zijn van contentdata, waarvan slechts zestien procent relevant bleek in diverse onderzoeken.
Europese autoriteiten benadrukken de waarde van connectielogs en IP-adressen als cruciale bronnen voor onderzoeksinformatie. Terwijl metadata, zoals tijdstippen en betrokken IP-adressen, vaak beschikbaar zijn, blijken inhoudelijke gegevens zoals versleutelde berichten van apps zoals WhatsApp en Signal, moeilijker te verkrijgen. Dit werpt vragen op over de door wetgevers bepleite achterpoortjes in end-to-end encryptie, aangezien de behoefte aan dergelijke toegang minder is dan verondersteld.
Duitsland leidt de ranglijst van dataverzoeken aan serviceproviders, gevolgd door Frankrijk en België. Google ontving het grootste aantal verzoeken om gegevens te delen met opsporingsdiensten. Deze bevindingen onthullen niet alleen de groeiende interactie tussen wetshandhaving en techgiganten, maar benadrukken ook de verschuiving naar het belang van metadata boven inhoudelijke gegevens in onderzoeken.
