De geneeskunde heeft de tientallen miljoenen mensen wereldwijd met de ziekte van Alzheimer nog maar weinig te bieden. De huidige, goedgekeurde behandelingen zijn alleen gericht op behandeling van de symptomen van de ziekte. Maar begin 2023 gaven Amerikaanse regelgevers groen licht voor het eerste medicijn dat duidelijk aantoont dat het de cognitieve achteruitgang van Alzheimer vertraagt. In dit geval door de onderliggende fysieke structuur van de ziekte aan te pakken met daaropvolgend een tweede, verwante behandeling. Geen van beide komt in de buurt van genezing (beide hebben ernstige risico’s), maar ze bieden nieuwe hoop voor patiënten en families.
De hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer bevatten eiwitklonten die bèta-amyloïd worden genoemd. Jarenlang debatteerden wetenschappers over de vraag of het verwijderen ervan patiënten zou helpen. Verschillende therapieën die dat deden, mislukten echter.
Bij de nieuwe behandeling, die 18 maanden duurde, werd een antiamyloïde monoklonaal antilichaam met de naam lecanemab ingezet. Vergeleken met de groep die gedurende die periode een placebo kreeg, stelde men vast dat de cognitieve functie van de overige patienten met tot wel 27% werd vertraagd. Dat resultaat was genoeg om regelgevers in de Verenigde Staten en later Japan te overtuigen de behandeling goed te keuren.
In de onderzoeksresultaten van de zomer van 2023 vertraagde een andere antilichaambehandeling, donanemab genaamd, de cognitieve achteruitgang met maar liefst 35% ten opzichte van placebo in een andere patiëntengroep.
Beide therapieën worden intraveneus toegediend.
