Bij het gebruik van glasvezel zijn er een aantal partijen betrokken die ervoor zorgen dat we kunnen internetten.
Een 100% neutrale en transparante partij zorgt voor het beheer van het netwerk en het transport van de diensten via glasvezel.
De Operator (ook wel ‘belichter’ genoemd), zorgt dat dienstenleveranciers hun diensten kunnen aanbieden en met elkaar concurrerenen en zorgt ervoor dat de glasvezel ‘actief’ wordt. Glasvezel doet op zich namelijk niets. Pas als er ‘licht’ op staat kunnen er ook de IP diensten over worden getransporteerd.
Glasvezel internet bestaat uit drie lagen
- Laag 1 (Passieve laag)
De glasvezel en de mantelbuis eromheen. De geul in de grond met daarin de kabel, inclusief het huisje/de kast waarin de centrale apparatuur wordt opgesteld (Point of Presence (PoP). Leveranciers zijn netwerkbeheerders en de bouwers van de netwerken. - Laag 2 (Actieve laag)
De belichting van de glasvezel. Op deze laag is de actieve apparatuur te vinden die de glasvezel belicht. Leveranciers op deze laag zijn telecombedrijven of bedrijven als OpenNet of Cambrium. - Laag 3 (services/dienstenlaag)
De diensten rond internet, televisie en telefoon en dus het werkgebied van de Internet Service Providers (ISP). Hier worden de diensten van en via het internet aangeboden:
– toegang tot het internet
– e-mai;
– sociale netwerken
– zorgtoepassingen en -apps
– Google
– e-Banking
– VoIP (telefonie)
– digitale TV (kastjes van Delta Fiber, Freedom, XS4all, KPN, Ziggo)
Even los van de manier waarop glasvezel wordt verspreid (P2P en PON), stuurt elke belichter op zijn eigen, unieke frequentie het signaal naar uw aansluiting. Afhankelijk van de frequentie heeft dat licht ook een eigen kleur. Met je juiste apparatuur zou je aan de kleur van het signaal kunnen vaststellen bij welke belichter het signaal levert.
