Vanaf 1 november 2024 geldt in België de verplichting tot vrije modemkeuze, wat betekent dat internetproviders hun klanten niet meer kunnen verplichten om specifieke modems of routers van de provider zelf te gebruiken. Deze beslissing, opgelegd door de Belgische telecomregulator BIPT, werd bevestigd nadat telecomaanbieder Orange in begin juni 2024 een beroep had ingediend dat half oktober 2024 door de rechtbank is afgewezen.
Uit een onderzoek door de Vereniging van Telecommunicatie Kabelbedrijven in Europa (VTKE) blijkt dat meer dan de helft van de Belgen (54,9%) vrije modemkeuze belangrijk vindt. Voordelen die mensen in dit onderzoek aanhalen, zijn onder meer de toegang tot extra functionaliteiten, verbeterde beveiliging en frequente software-updates, die bij standaardmodems van providers vaak ontbreken.
Vrije modemkeuze is al langer een recht in de Europese Unie, ondersteund door de Netneutraliteitsverordening. België voegt zich hiermee bij landen als Finland, Duitsland, Italië en Nederland, waar consumenten al toegang hebben tot hun eigen modems. De regeling versterkt de positie van consumenten in de telecomsector en verhoogt de concurrentie tussen modemfabrikanten, wat de innovatie in modem- en routertechnologie ten goede komt.
De Belgische internetmarkt wordt gedomineerd door enkele grote providers, waaronder Proximus, Telenet en Orange. Deze bedrijven bieden een breed scala aan diensten, maar staan erom bekend standaard modems aan klanten op te leggen, vaak met beperkte instellingen en beveiligingsopties. Met de nieuwe wetgeving kunnen consumenten zelf kiezen voor modems die beter aansluiten bij hun specifieke wensen qua snelheid, veiligheid en functionaliteit, wat een positieve verandering in de Belgische telecomindustrie betekent.
