Het is onlangs bekend geworden dat duizenden mensen, die onterecht als verdachte zijn aangemerkt, in de gezichten- en vingerafdrukkendatabanken van politie en justitie blijven staan. Dit gebeurt ondanks de wettelijke verplichting om deze gegevens te verwijderen na vrijspraak of wanneer iemand ten onrechte als verdachte is aangemerkt.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in vier jaar tijd bijna 20.000 keer geconcludeerd dat iemand onterecht verdachte was, maar heeft slechts in een fractie van de gevallen gecontroleerd of de gegevens verwijderd moesten worden. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) uit ‘serieuze zorgen’ over deze situatie, vooral omdat de politie gezichtsfoto’s gebruikt voor gezichtsherkenning, waardoor mensen onterecht gevolgd kunnen worden. Experts benadrukken de gevoeligheid van deze gegevens, met name gezichtsfoto’s, die gebruikt kunnen worden voor surveillance zonder medeweten van de betrokkene.
Het probleem ligt bij het gebrek aan communicatie tussen OM, de Justitiële Informatiedienst JustID en de politie. Wanneer iemand ten onrechte als verdachte is aangemerkt, wordt dit niet systematisch doorgegeven, waardoor de gegevens in de databanken blijven staan. Dit heeft ernstige gevolgen voor onschuldige mensen, die onterecht in een database met criminelen blijven staan en een verhoogd risico lopen om opnieuw onterecht aangehouden te worden.
Het ministerie werkt aan een structurele oplossing om de gegevensuitwisseling tussen de instanties te automatiseren, maar deze is pas in 2026 klaar. In de tussentijd worden tienduizenden gevallen handmatig beoordeeld.
De Autoriteit Persoonsgegevens wacht dit niet af en is een onderzoek gestart.